Vertaling van worries

Inhoud:

Engels

Nederlands

worries {zn.}

beslommeringen

worries {zn.}

zorgen
muizenissen

worries {zn.}

muizenissen

to be anxious, to fret, to worry {ww.}

zich bezorgd maken

to vex, to annoy, to distress, to worry, to aggravate {ww.}

ergeren
bedroeven

he/she/it worries

hij/zij/het ergert
» meer vervoegingen van ergeren

to worry {ww.}

zich zorgen maken
tobben

he/she/it worries

hij/zij/het tobt
» meer vervoegingen van tobben

to agitate, to alarm, to disturb, to perturb, to ruffle, to trouble, to unsettle, to upset, to worry {ww.}

verontrusten
benauwen

he/she/it worries

hij/zij/het verontrust
» meer vervoegingen van verontrusten

to care, to see, to take care, to worry, to be concerned, to be anxious {ww.}

zorgen
zich bekommeren
zorg dragen
bezorgd zijn

he/she/it worries

hij/zij/het zorgt
» meer vervoegingen van zorgen

I will take care of the flowers.

Ik zal voor de bloemen zorgen.

You should take care of your sick mother.

Jullie moeten voor jullie zieke moeder zorgen.