Vertaling van wounded

Inhoud:

Engels
Nederlands
winged, wounded {bn.}
aangeschoten 
injured, wounded {bn.}
gewond 
to wing, to wound {ww.}
aanschieten

I wounded
you wounded
he/she/it wounded

ik schoot aan
jij schoot aan
hij/zij/het schoot aan
» meer vervoegingen van aanschieten

to hurt, to wound, to injure, to maul {ww.}
wonden
verwonden
kwetsen

I wounded
you wounded
he/she/it wounded

ik wondde
jij wondde
hij/zij/het wondde
» meer vervoegingen van wonden

Rub salt in the wound.
Zout in iemands wonden wrijven.
to bruise, to hurt, to injure, to offend, to spite, to wound {ww.}
smaden
insulteren
affronteren
froisseren
beledigen

I wounded
you wounded
he/she/it wounded

ik smaadde
jij smaadde
hij/zij/het smaadde
» meer vervoegingen van smaden

to injure, to wound {ww.}
blesseren

I wounded
you wounded
he/she/it wounded

ik blesseerde
jij blesseerde
hij/zij/het blesseerde
» meer vervoegingen van blesseren

to injure, to wound {ww.}
kwetsen
verwonden

I wounded
you wounded
he/she/it wounded

ik kwetste
jij kwetste
hij/zij/het kwetste
» meer vervoegingen van kwetsen

to injure, to wound {ww.}
deuken

I wounded
you wounded
he/she/it wounded

ik deukte
jij deukte
hij/zij/het deukte
» meer vervoegingen van deuken

to bruise, to hurt, to injure, to offend, to spite, to wound {ww.}
kwetsen
krenken
steken
grieven

I wounded
you wounded
he/she/it wounded

ik kwetste
jij kwetste
hij/zij/het kwetste
» meer vervoegingen van kwetsen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

The wounded soldier could hardly walk.

De gewonde soldaat kon amper lopen.

The soldier was wounded in the leg.

De soldaat was gewond aan het been.

The wounded were transported with an ambulance.

De gewonden werden vervoerd met een ziekenwagen.

His wounded leg began to bleed again.

Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.

Wounded bears are usually very dangerous.

Gewonde beren zijn gewoonlijk erg gevaarlijk.

All I have is my wounded body and a handful of bad memories.

Alles wat ik heb is mijn gewonde lichaam en een handvol slechte herinneringen.


Gerelateerd aan wounded

winged - injured - wing - wound - hurt - injure - maul - bruise - offend - spitedo by - hurt - damage - break - harm