Vertaling van wrapped
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik omwikkelde
jij omwikkelde
hij/zij/het omwikkelde
» meer vervoegingen van omwikkelen
strengelen
wikkelen
oprollen
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik wond
jij wond
hij/zij/het wond
» meer vervoegingen van winden
toestoppen
inwikkelen
omhullen
hullen
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik woelde
jij woelde
hij/zij/het woelde
» meer vervoegingen van woelen
omwikkelen
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik omwond
jij omwond
hij/zij/het omwond
» meer vervoegingen van omwinden
ademloos
gespannen
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik omwond
jij omwond
hij/zij/het omwond
» meer vervoegingen van omwinden
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik rolde
jij rolde
hij/zij/het rolde
» meer vervoegingen van rollen
winden
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik strengelde
jij strengelde
hij/zij/het strengelde
» meer vervoegingen van strengelen
rollen
wikkelen
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik wikkelde in
jij wikkelde in
hij/zij/het wikkelde in
» meer vervoegingen van inwikkelen
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik encadreerde
jij encadreerde
hij/zij/het encadreerde
» meer vervoegingen van encadreren
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik doorspoelde
jij doorspoelde
hij/zij/het doorspoelde
» meer vervoegingen van doorspoelen
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik pakte in
jij pakte in
hij/zij/het pakte in
» meer vervoegingen van inpakken
inkapselen
omsluieren
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik omhulde
jij omhulde
hij/zij/het omhulde
» meer vervoegingen van omhullen
I wrapt; wrapped
you wrapt; wrapped
he/she/it wrapt; wrapped
ik omwikkelde
jij omwikkelde
hij/zij/het omwikkelde
» meer vervoegingen van omwikkelen