Vertaling van yourself
uzelf
uzelf
jouzelf
Voorbeelden in zinsverband
Help yourself.
Bedien u.
Know yourself.
Ken jezelf.
Don't fool yourself.
Hou jezelf niet voor de gek.
Go fuck yourself!
Neuk jezelf!
Believe in yourself.
Geloof in jezelf.
Please, madam, help yourself!
Alstublieft mevrouw, ga uw gang!
You should have introduced yourself.
Je had je moeten voorstellen.
Prepare yourself for the future.
Maak je klaar voor de toekomst.
Do your homework by yourself.
Maak je huiswerk zelf.
Did you do the homework by yourself?
Heb je het huiswerk zelf gemaakt?
Could you tell me something about yourself?
Kun je me iets over jezelf vertellen?
Mind yourself. That knife is sharp.
Pas op. Dat mes is scherp.
Speak clearly and make yourself heard.
Spreek duidelijk en laat jezelf horen.
Enjoy yourself at the party, John.
Veel plezier op het feestje, John.
It's very difficult to know yourself.
Het is erg moeilijk jezelf te leren kennen.