Vertaling van zest

Inhoud:

Engels
Nederlands
enthusiasm, alacrity, morale, zest {zn.}
geestdrift  [v]
uitbundigheid [v]
enthousiasme [o]
impetus, momentum, rush, surge, zest {zn.}
onstuimigheid [v]
vuur  [o]
heftigheid [v]
verve, vivacity, fire, liveliness, spirit, animation, zest {zn.}
vuur  [o]
verve
spirit
gloed
sappigheid [v]
pittigheid [v]
geestdrift  [v]
The fire is out.
Het vuur is uitgegaan.
Kill it with fire!
Dood het met vuur!
activity, gusto, spirit, stir, zest, dynamism, liveliness, vigour {zn.}
vertier
tierigheid [v]
opgewektheid [v]
drukte [v]
bedrijvigheid [v]
animo [o]
nip, piquance, piquancy, piquantness, tang, tanginess, zest {zn.}
smaakmaker [m] (de ~)
trendsetter [m] (de ~)
nip, piquance, piquancy, piquantness, tang, tanginess, zest {zn.}
nasmaak [m] (de ~)
gusto, relish, zest, zestfulness {zn.}
lust [m] (de ~)
zin [m] (de ~)
animo [m] (de/het ~)


Gerelateerd aan zest

enthusiasm - alacrity - morale - impetus - momentum - rush - surge - verve - vivacity - fire - liveliness - spirit - animation - activity - gustoleader - gustatory perception - desire