Vertaling van acusar
Inhoud:
Spaans
Duits
acusar, achacar, imputar {ww.}
beschuldigen
verklagen
anklagen
verklagen
anklagen
acusar, denunciar, acriminar, inculpar {ww.}
Anklage erheben gegen
verklagen
beschuldigen
bezichtigen
anklagen
verklagen
beschuldigen
bezichtigen
anklagen