Vertaling van pico

Inhoud:

Spaans
Duits
pico [m] (el ~) {zn.}
Schnauze [v] (die ~)
Tülle [v] (die ~)
Spitze [v] (die ~)
Schnabel [m] (der ~)
pico [m] (el ~), pito [m] (el ~), carpintero [m] (el ~) {zn.}
Specht [m] (der ~)
picar, pinchar, punzar {ww.}
sticheln
stechen
stecken
stacheln

yo pico
él/ella picó

ich stich(e)le
er/sie/es stichelte
» meer vervoegingen van sticheln

picar, escocer {ww.}
jucken

él/ella picó

er/sie/es juckte
» meer vervoegingen van jucken

picar {ww.}
zerkleinern
häckseln
kleinhacken

yo pico
él/ella picó

ich zerklein(e)re
er/sie/es zerkleinerte
» meer vervoegingen van zerkleinern



Gerelateerd aan pico

pito - carpintero - picar - pinchar - punzar - escocer