Vertaling van época

Inhoud:

Spaans
Nederlands
época [v] (la ~) {zn.}
tijdsgewricht
tijdperk


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

La Época Medieval dio paso al Renacimiento.

De middeleeuwen maakten plaats voor de renaissance.

Esta foto me recuerda a mi época de estudiante.

Deze foto herinnert me aan toen ik een student was.

En esa época había pocas rutas en Norteamérica.

Er waren toen nog maar weinig wegen in Noord-Amerika.

Él y yo hemos sido amigos inseparables desde nuestra época de estudiantes.

Hij en ik zijn onafscheidelijke vrienden sinds onze studietijd.

Ella nació en la generación siguiente a la esclavitud; en una época en la que no había ni coches en las carreteras ni aviones en el cielo; en una época en la que alguien como ella no podía votar por dos razones: por ser mujer y por causa del color de su piel.

Ze werd slechts een generatie voorbij slavernij geboren; in een tijd toen er geen auto's op de weg reden en geen vliegtuigen in de lucht vlogen; toen iemand als zij om twee redenen niet mocht stemmen - omdat ze een vrouw was en door de kleur van haar huid.