Vertaling van Gana
goudkust
él/ella gana
hij/zij/het wint
» meer vervoegingen van winnen
huilen
él/ella gana
hij/zij/het verdient
» meer vervoegingen van verdienen
krijsen
Voorbeelden in zinsverband
Tom no gana mucho dinero.
Tom verdient niet veel.
Quien no arriesga, no gana.
Wie niet waagt, wie niet wint.
Él se gana el pan como escritor.
Hij verdient zijn brood als schrijver.
Ella gana 30 dólares al día.
Ze verdient 30 dollar per dag.
Él gana el doble que yo.
Hij verdient twee keer zoveel als ik.
Él gana tres veces más que yo.
Hij verdient drie keer meer dan ik doe.
Mi esposo gana 100.000 dólares al año.
Mijn echtgenoot verdient honderdduizend dollar per jaar.
Él gana tres veces más que yo.
Hij verdient drie keer zoveel als ik.
Él gana tres veces más que yo.
Hij verdient drie keer meer dan ik.
Ella gana en promedio diez libras por semana.
Ze verdient gemiddeld tien pond per week.
Él gana más dinero de lo que puede gastar.
Hij verdient meer geld dan hij kan opdoen.