Vertaling van abogado

Inhoud:

Spaans
Nederlands
abogado [m] (el ~) {zn.}
advocaat  [m]
zaakbezorger [m]
voorspreker [m]
verdediger [m]
pleitbezorger [m]
Pretendo hacerme abogado.
Ik ben van plan advocaat te worden.
El abogado esperaba a Ben.
De advocaat verwachtte Ben.
abogar, pleitear {ww.}
pleiten

yo he abogado
has abogado
él/ella ha abogado

ik heb gepleit
jij hebt gepleit
hij/zij/het heeft gepleit
» meer vervoegingen van pleiten

abogar {ww.}
opkomen voor
bepleiten 

yo he abogado
has abogado
él/ella ha abogado

ik heb bepleit
jij hebt bepleit
hij/zij/het heeft bepleit
» meer vervoegingen van bepleiten

abogar {ww.}
verdedigen 
bepleiten 

yo he abogado
has abogado
él/ella ha abogado

ik heb verdedigd
jij hebt verdedigd
hij/zij/het heeft verdedigd
» meer vervoegingen van verdedigen



Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Pretendo hacerme abogado.

Ik ben van plan advocaat te worden.

El abogado esperaba a Ben.

De advocaat verwachtte Ben.

Tom es un abogado exitoso.

Tom is een succesvol advocaat.

Déjenme llamar a mi abogado.

Laat mij mijn advocaat opbellen.

Parece que su padre es abogado.

Zijn vader schijnt advokaat te zijn.

Jim no es abogado, es médico.

Jim is geen advokaat, maar dokter.

Jim no es abogado, sino médico.

Jim is geen advokaat, maar dokter.

Conozco a una chica cuya padre es abogado.

Ik ken een meisje van wie de vader advocaat is.

–¿Para contratar a un buen abogado? –preguntó Al-Sayib.

"Om een goede advocaat in de arm te nemen?" vroeg Al-Sayib.


Gerelateerd aan abogado

abogar - pleitear