Vertaling van accidente

Inhoud:

Spaans
Nederlands
accidente [v] (la ~), desgracia [m] (el ~) {zn.}
ongeluk 
ongeval
accident
ongelukje [o] (het ~)
Accidente
Ongeluk
El accidente ocurrió anteayer.
Het ongeluk is eergisteren gebeurd.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Accidente

Ongeluk

El accidente ocurrió anteayer.

Het ongeluk is eergisteren gebeurd.

Fue un accidente atroz.

Het was een vreselijk ongeval.

Fuimos testigos del accidente.

Wij waren getuigen van het ongeluk.

Él tuvo un accidente.

Hij had een verkeersongeval.

Afortunadamente, él sobrevivió al accidente.

Gelukkig heeft hij het ongeval overleefd.

Tom tuvo un grave accidente.

Tom heeft een ernstig ongeluk gehad.

Encontré ese restaurante por accidente.

Ik kwam dat restaurant toevallig tegen.

Acaba de ocurrir un accidente.

Een ongeval deed zich juist voor.

Él me culpó del accidente.

Hij gaf mij de schuld van het ongeluk.

Su salud ha empeorado desde el accidente.

Zijn gezondheid is verslechterd sinds het ongeluk.

Tom fue un testigo del accidente.

Tom was getuige van het ongeluk.

Él sobrevivió al accidente de avión.

Hij heeft een vliegtuigongeval overleefd.

Ella se lesionó en un accidente automovilístico.

Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.

El accidente sucedió hace dos horas.

Het ongeval gebeurde twee uur geleden.


Gerelateerd aan accidente

desgracia