Vertaling van acción

Inhoud:

Spaans
Nederlands
acción [v] (la ~) {zn.}
actie  [v]
aandeel  [o]
Siempre me aburren las películas con poca acción.
Ik vind films met weinig actie saai.
acción [v] (la ~) {zn.}
actie  [v]
toedoen
optreden 
werking  [v]
handeling [v]
gedoe [o]
acción [v] (la ~), acto [m] (el ~), hecho [m] (el ~) {zn.}
daad  [v]
actie  [v] (de ~)
zet
werking  [v]
gang [m] (de ~)
verrichting [v] (de ~)
handeling [v] (de ~)
Por una vez en mi vida hago una buena acción... y no sirve de nada.
Doe ik ook eens een keer een goede daad... haalt het niks uit.
acción [v] (la ~), acto [m] (el ~), hecho [m] (el ~) {zn.}
actie 
daad  [v]
verrichting [v]
prestatie  [v]
handeling [v]
batalla [v] (la ~), acción [v] (la ~) {zn.}
gevecht 
veldslag 
treffen 
strijd 
slag  [m]
kamp
Perdieron la batalla.
Ze hebben het gevecht verloren.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Siempre me aburren las películas con poca acción.

Ik vind films met weinig actie saai.

Por una vez en mi vida hago una buena acción... y no sirve de nada.

Doe ik ook eens een keer een goede daad... haalt het niks uit.

El día de Acción de Gracias en Canadá y el de Colón en EE. UU. coinciden, por lo que los hablantes de esperanto de ambos países aprovechan la oportunidad para tener un encuentro internacional.

De Canadese Dankzeggingsdag en de Columbusdag in de Verenigde Staten van Amerika vallen samen, daarom maken Esperantosprekers uit beide landen van de gelegenheid gebruik om een internationale bijeenkomst te hebben.


Gerelateerd aan acción

acto - hecho - batalla