Vertaling van activo
Inhoud:
Spaans
Nederlands
activo, transitivo {bn.}
overgankelijk
transitief
transitief
animar, incitar, activar {ww.}
verlevendigen
aanwakkeren
aanzetten
aanvuren
aanwakkeren
aanzetten
aanvuren
yo activo
él/ella activó
ik wakker aan
hij/zij/het wakkerde aan
» meer vervoegingen van aanwakkeren
yo activo
él/ella activó
ik vorder
hij/zij/het vorderde
» meer vervoegingen van vorderen
acelerar, activar, adelantar, apresurar {ww.}
versnellen
bespoedigen
verhaasten
accelereren
bijdragen
bevorderen
stimuleren
aanmoedigen
bespoedigen
verhaasten
accelereren
bijdragen
bevorderen
stimuleren
aanmoedigen
yo activo
él/ella activó
ik versnel
hij/zij/het versnelde
» meer vervoegingen van versnellen