adquisición [v] (la ~), compra [v] (la ~) {zn.} koop
aankoop [m]
overname
inkoop
afname [v]
aanschaf [m]
Compra el vestido que quieras.
Koop de jurk de je wilt.
Ahorrar su dinero para la adquisición de una casa.
Ze sparen hun geld voor de aankoop van een huis.