Vertaling van algo
Inhoud:
Spaans
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
Escucho algo.
Ik hoor iets.
¡Haz algo!
Doe iets!
¡Intentemos algo!
Laat ons iets proberen.
¿Quieres comer algo?
Wil je iets eten?
¿Estás esperando algo?
Wacht je ergens op?
Tienes que prometerme algo.
Je moet me iets beloven.
¿Tienes algo que declarar?
Heeft u iets aan te geven?
¿Puedo ayudarla con algo?
Kan ik u met iets helpen?
Quiero algo para beber.
Ik wil iets om te drinken.
Dame algo de comer.
Geef mij iets te eten.
Quiero mostrarte algo.
Ik wil je iets tonen.
¿Quieres algo para beber?
Wil je iets te drinken?
¿Tom dijo algo?
Zei Tom iets?
Déjame mostrarte algo.
Laat me je iets tonen.
Quiero algo para leer.
Ik wil iets om te lezen.