Vertaling van algún

Inhoud:

Spaans
Nederlands
algún, alguna {bn.}
een of ander
een of andere
enigerlei
alguien, alguno, algún {onb. vnw.}
een of ander
iemand 
een 
een zeker


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Algún día sabrás la verdad.

Eens zult ge de waarheid te weten komen.

Me gustaría ir a Egipto algún día.

Ik hoop ooit Egypte te kunnen bezoeken.

Quiero ir a algún lugar de Europa.

Ik wil ergens naartoe gaan in Europa.

¿Crees que algún día el hombre colonizará la luna?

Denk je dat de mensen op een dag de maan zullen koloniseren?

Espero que podamos vernos en algún momento otra vez.

Ik hoop dat we elkaar eens zullen terugzien.

Nunca hubiera pensado que algún día buscaría "viagra" en Wikipedia.

Ik had nooit gedacht dat ik op een dag het woord "viagra" zou opzoeken op Wikipedia.

Es inevitable que yo vaya a Francia algún día, sólo que no sé cuándo.

Het is onvermijdelijk dat ik ooit een keer naar Frankrijk ga, ik weet alleen niet wanneer.

Uno de mis sueños es ver algún día la aurora boreal.

Een van mijn dromen is ooit het noorderlicht te zien krijgen.


Gerelateerd aan algún

alguna - alguien - alguno