Vertaling van altura
Inhoud:
Spaans
Nederlands
altura {zn.}
verhevenheid
hoogte
hoogte
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
Las dos montañas son de igual altura.
De twee bergen zijn even hoog.
¿Qué altura tiene el monte Fuji?
Hoe hoog is de Fujiberg?
Él y yo somos casi de la misma altura.
Hij en ik zijn bijna even groot.