Vertaling van aquel

Inhoud:

Spaans
Nederlands
ese, aquel {aanw. vnw.}
die 
dat 
degene
diegene


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Llovió mucho aquel invierno.

Het heeft die winter veel geregend.

¿Quién es aquel hombre?

Wie is die man?

Mantén aquel diccionario contigo.

Hou het woordenboek bij je.

Aquel niño no come.

Die jongen eet niet.

Mira aquel gran edificio.

Kijk naar het grote gebouw daar.

En aquel momento, yo seguía despierto.

Op dat moment was ik nog wakker.

Este libro es más viejo que aquel.

Deze boek is ouder dan die ene.

¡Pero con qué fluidez habla japonés aquel extranjero!

Hoe vloeiend die buitenlander Japans spreekt!

Aquel que no conoce del amor no conoce de desgracias.

Hij die geen liefde kent, kent geen ongeluk.


Gerelateerd aan aquel

ese