Vertaling van atravesar
Inhoud:
Spaans
Nederlands
atravesar, ir a través de {ww.}
doormaken
doortrekken
doorkomen
doortrekken
doorkomen
atravesar {ww.}
oversteken
te boven gaan
overgaan
te boven gaan
overgaan
atravesar, pasar al otro lado {ww.}
overlopen
oversteken
overgaan
oversteken
overgaan
atravesar
doorkruisen
atravesar, cruzar {ww.}
oversteken