Vertaling van ausente

Inhoud:

Spaans
Nederlands
ausente {bn.}
afwezig
ausente {bn.}
absent
afwezig
uitstedig
ausente {bn.}
absent
afwezig
ontbrekend
vermist


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¿Hay alguien ausente hoy?

Is er iemand afwezig vandaag?

Tom está ausente.

Tom is afwezig.

Estuve ausente a clases porque estaba enfermo.

Ik was niet aanwezig op school omdat ik ziek was.

Él estuvo ausente de la reunión.

Hij was niet aanwezig op de bijeenkomst.

Yo estuve ausente en el colegio ayer.

Ik was gisteren niet aanwezig op school.

Ella está ausente por motivos de salud.

Ze is er niet omdat ze ziek is.

Ella estuvo ausente a clases porque estaba enferma.

Ze was niet aanwezig school omdat ze ziek was.

Él estuvo ausente en el colegio por una semana.

Hij was een week lang niet aanwezig op school.

Solo estuve ausente un día en el trabajo por un resfriado y ya hay pilas de papel en mi escritorio.

Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.