Vertaling van azar

Inhoud:

Spaans
Nederlands
acaso, azar [m] (el ~), coincidencia, casualidad {zn.}
toeval
toevalligheid [v]
De casualidad yo estaba ahí cuando la bomba estalló.
Toen de bom ontplofte was it daar bij toeval.
Me encontré con mi profesor en el restaurante por casualidad ayer por la noche.
Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.


Gerelateerd aan azar

acaso - coincidencia - casualidad