Vertaling van baile

Inhoud:

Spaans
Nederlands
baile [m] (el ~) {zn.}
bal  [o]
danspartij [v]
El mundo es un gran baile en el que cada uno lleva una máscara.
De wereld is een groot bal waar iedereen een masker draagt.
baile [m] (el ~) {zn.}
dans  [m]
bailar, ballar {ww.}
dansen 

yo bailé

ik danste
» meer vervoegingen van dansen

Quiero bailar.
Ik wil dansen.
Puedes bailar, ¿verdad?
Je kan dansen, nietwaar?


Gerelateerd aan baile

bailar - ballar