Vertaling van baja
verval
debâcle
él/ella baja
hij/zij/het stapt af
» meer vervoegingen van afstappen
él/ella baja
hij/zij/het stapt uit
» meer vervoegingen van uitstappen
él/ella baja
hij/zij/het trekt af
» meer vervoegingen van aftrekken
él/ella baja
hij/zij/het zakt
» meer vervoegingen van zakken
él/ella baja
hij/zij/het zinkt
» meer vervoegingen van zinken
Voorbeelden in zinsverband
¡Batería baja!
De batterij is leeg!
Vivo en la planta baja.
Ik woon gelijkvloers.
Soy más baja que tú.
Ik ben kleiner dan u.
Soy más baja que él.
Ik ben groter dan hij.
Vivo en la planta baja.
Ik woon gelijkvloers.
Por favor, baja el volumen.
Zet het volume eens wat zachter.
Vivo en la planta baja.
Ik woon gelijkvloers.
Ella es más baja que yo.
Ze is kleiner dan ik.
Hablábamos en voz baja para evitar despertar al bebé.
We spraken stilletjes om de baby niet wakker te maken.
No hay agua caliente en el cuarto piso, pero la hay en la planta baja.
Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.
No hay agua caliente en el quinto piso, pero sí lo hay en la planta baja.
Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.