Vertaling van bajá

Inhoud:

Spaans
Nederlands
pachá, bajá [v] (la ~) {zn.}
pasja
bajar {ww.}
afstappen

él/ella baja

hij/zij/het stapt af
» meer vervoegingen van afstappen

bajar {ww.}
uitstappen

él/ella baja

hij/zij/het stapt uit
» meer vervoegingen van uitstappen

bajar {ww.}
korting geven
aftrekken 
korten
afslaan

él/ella baja

hij/zij/het trekt af
» meer vervoegingen van aftrekken

bajar {ww.}
zakken
zinken 
wegzakken
verzakken
dalen 

él/ella baja

hij/zij/het zakt
» meer vervoegingen van zakken

¿Podrías bajar un poco el precio?
Kan je de prijs een beetje laten zakken?
bajar, descender {ww.}
naar beneden gaan 
zinken 
afdalen 

él/ella baja

hij/zij/het zinkt
» meer vervoegingen van zinken


Gerelateerd aan bajá

pachá - bajar - descender