Vertaling van boda


Spaans
Nederlands
boda [v] (la ~) {zn.}
bruiloft  [v]
trouwpartij [v]
bruiloftsfeest [o]
La boda real fue un evento magnífico.
De koninklijke bruiloft was een prachtige gebeurtenis.
boda [v] (la ~) {zn.}
bruiloft  [v]