Vertaling van bruño
Inhoud:
Spaans
Nederlands
endrina , bruño {zn.}
sleedoornvrucht
pulir, pulimentar, lustrar, bruñir {ww.}
zoeten
wrijven
schuren
polijsten
poetsen
boenen
wrijven
schuren
polijsten
poetsen
boenen
yo bruño
él/ella bruñó
ik zoet
hij/zij/het zoette
» meer vervoegingen van zoeten