Vertaling van cólera

Inhoud:

Spaans
Nederlands
cólera [v] (la ~), enojo [m] (el ~), ira [v] (la ~) {zn.}
kwaadheid
toorn [m]
gramschap [v]
verstoordheid [v]
boosheid [v]
cólera [v] (la ~) {zn.}
cholera  [v]
Doscientas personas murieron de cólera el año pasado.
Tweehonderd mensen stierven vorig jaar aan cholera.


Gerelateerd aan cólera

enojo - ira