Vertaling van caro
Voorbeelden in zinsverband
Caro
Duur
No es caro.
Het is niet duur.
¡Es muy caro!
Dat is te duur!
Este reloj es caro.
Dit horloge is duur.
Es muy caro.
Het is erg duur.
Lo barato cuesta caro.
Goedkoop is duurkoop.
Cuesta demasiado caro.
Het kost te veel.
¡Eso es muy caro!
Dat is zeer duur!
Te compraste un abrigo caro.
Je hebt een dure jas gekocht.
El alquiler es condenadamente caro.
De huur is verdorie veel te hoog.
Lo que ella compró era muy caro.
Wat ze kocht was heel duur.
Esto es demasiado caro
Dit is te duur
No me puedo permitir comer en un restaurante tan caro.
Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
Es un buen restaurante, pero es bastante caro.
Het is een goed restaurant, maar wel behoorlijk duur.
Ella miró varios vestidos y eligió el más caro.
Ze bekeek een aantal jurken en koos de duurste.