Vertaling van casi

Inhoud:

Spaans
Nederlands
casi, por poco {bw.}
bijna 
bijkans 
haast 
schier
vrijwel
welhaast
zo goed als
zowat


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Casi aciertas.

Je hebt bijna gelijk.

¡Entendí casi todo!

Ik begreep het bijna helemaal!

Estoy casi lista.

Ik ben bijna klaar.

Casi no queda vino.

Er is bijna geen wijn meer.

Casi no puedo oírte.

Ik kan u nauwelijks horen.

Era casi medio día.

Het was bijna middag.

Estoy casi lista.

Ik ben bijna klaar.

¡Entendí casi todo!

Ik begreep het bijna helemaal!

Nado casi todos los días.

Ik zwem bijna elke dag.

El trabajo está casi listo.

De taak is zo goed als afgewerkt.

Casi nos morimos de frío.

We zijn bijna doodgevroren.

La cena está casi lista.

Het avondeten is bijna klaar.

Casi me atropella un coche.

Ik werd bijna overreden door een auto.

Era casi mediodía cuando desperté.

Toen ik wakker werd, was het bijna middag.

Casi todo ha sido mejorado.

Bijna alles is verbeterd.


Gerelateerd aan casi

por poco