Vertaling van casualidad

Inhoud:

Spaans
Nederlands
acaso, azar [m] (el ~), coincidencia, casualidad {zn.}
toeval
toevalligheid [v]
De casualidad yo estaba ahí cuando la bomba estalló.
Toen de bom ontplofte was it daar bij toeval.
Me encontré con mi profesor en el restaurante por casualidad ayer por la noche.
Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Me lo topé por casualidad.

Toevallig ben ik hem tegengekomen.

¿Por casualidad sabes dónde vive ella?

Weet je toevallig waar ze woont?

La encontramos en el parque de casualidad.

We hebben haar toevallig ontmoet in het park.

De casualidad yo estaba ahí cuando la bomba estalló.

Toen de bom ontplofte was it daar bij toeval.

Me encontré con mi profesor en el restaurante por casualidad ayer por la noche.

Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.


Gerelateerd aan casualidad

acaso - azar - coincidencia