Vertaling van cazo
Inhoud:
Spaans
Nederlands
cucharón , cazo {zn.}
pollepel
cazar {ww.}
jagen
bejagen
jacht maken op
bejagen
jacht maken op
yo cazo
él/ella cazó
ik jaag
hij/zij/het joeg
» meer vervoegingen van jagen
Le gusta cazar.
Hij houdt van jagen.