Vertaling van ciego
Inhoud:
Spaans
Nederlands
ciego {bn.}
blind
intestino ciego, ciego {zn.}
blindedarm
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
Se quedó ciego.
Hij werd blind.
El amor es ciego.
Liefde is blind.
Él está ciego de amor.
Hij is verblind door de liefde.
El amor es ciego por naturaleza.
Liefde is van nature blind.
—Ya veo —dijo el ciego mientras cogía su martillo, y vio.
"Ik zie", zei de blinde man, toen hij zijn hamer en zaag opraapte.