Vertaling van cierto

Inhoud:

Spaans
Nederlands
cierto {bn.}
gewis
stellig
zeker 
vast
vaststaand
verzekerd
wis


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Por cierto, ¿dónde vives?

Waar woont gij eigenlijk?

Sabes que es cierto.

Je weet dat het waar is.

No puede ser cierto.

Dat kan niet waar zijn.

Eso no es cierto.

Dat is niet waar.

Por cierto, ¿hiciste tu tarea?

Tussen haakjes, hebt ge uw huiswerk gemaakt?

Ese es mi CD, ¿cierto?

Dat is toch mijn CD?

Por desgracia, eso es cierto.

Helaas is het waar.

Jane no jugó tenis, ¿cierto?

Jane speelde geen tennis, nietwaar?

Puede que sea o no sea cierto.

Het kan waar zijn of niet.

Por cierto, tengo que decirte una cosa.

Trouwens, ik heb je iets te vertellen.

Lo que dijo resultó ser cierto.

Wat hij zei, bleek waar te zijn.

Por desgracia, ese rumor es cierto.

Helaas is het gerucht waar.

¿Es cierto que tú te vas a París?

Is het waar dat ge naar Parijs gaat?

Él estuvo atendido por un cierto médico jóven.

Hij werd verzorgt door een of andere jonge dokter.

En cierto sentido, lo que él dice es verdad.

In zekere zin is dat wat hij zegt waar.