Vertaling van clase

Inhoud:

Spaans
Nederlands
clase [v] (la ~) {zn.}
klas
stand
klasse  [v]
Soy la más alta de la clase.
Ik ben de langste van de klas.
Hay cuarenta estudiantes en nuestra clase.
Er zitten veertig leerlingen in onze klas.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Entró corriendo en la clase.

Hij rende het klaslokaal in.

Son mis compañeros de clase.

Dat zijn mijn klasgenoten.

Soy la más alta de la clase.

Ik ben de langste van de klas.

Hay cuarenta estudiantes en nuestra clase.

Er zitten veertig leerlingen in onze klas.

¿Qué clase de monos son ésos?

Wat zijn dat voor apen?

La clase empieza a las diez.

De les begint om tien uur.

¿Cuántos chicos hay en tu clase?

Hoeveel jongens zijn er in jullie klas?

Hoy los niños no tienen clase.

De kinderen hebben geen school vandaag.

Esta clase de gatos no tiene cola.

Dit soort katten hebben geen staart.

Como estaba constipada, no fui a clase.

Aangezien ik verkouden was, ging ik niet naar school.

¿Cuántos chicos hay en esta clase?

Hoeveel jongens zijn er in deze klas?

No llegues tarde a clase otra vez.

Kom niet weer te laat op school.

Obviamente él no es esa clase de persona.

Hij is duidelijk niet zo'n soort persoon.

-¿Qué clase de sensación? -le preguntó la dependienta.

"Wat voor gevoel?" vroeg de winkelier.

Elena es la chica más alta de la clase.

Elena is het grootste meisje van de klas.