Vertaling van clima
Voorbeelden in zinsverband
¿Cómo está el clima?
Hoe is het weer?
¿Cómo está el clima?
Hoe is het weer?
¡Buen clima! ¿verdad?
Lekker weertje hè?
¡Qué pésimo clima!
Wat een afschuwelijk weer!
Hoy hace un clima pésimo.
Het is verschrikkelijk weer vandaag.
¿Cómo es el clima de Nueva York?
Hoe is het weer in New York?
¿Qué le parece el clima en Japón?
Hoe bevalt u het klimaat in Japan?
Él vino a pesar del mal clima.
Hij kwam, ondanks het slechte weer.
No puedo soportar este clima ardiente.
Ik kan dit hete weer niet uitstaan.
"¿Cuándo volverás?" "Todo depende del clima."
"Wanneer kom je terug?" "Dat hangt helemaal van het weer af."
Esa isla tiene un clima tropical.
Dat eiland heeft een tropisch klimaat.
El clima de aquí se parece mucho al de Inglaterra.
Het klimaat hier lijkt erg op het klimaat in Engeland.
El clima en Japón es más templado que en Inglaterra.
Het klimaat in Japan is zachter dan in Engeland.
También espero un clima soleado para el fin de semana.
Ik hoop ook op zonnig weer in het weekend.
El avión se retrasó a causa del mal clima.
Het vliegtuig had vertraging door het slechte weer.