Vertaling van club

Inhoud:

Spaans
Nederlands
club [m] (el ~) {zn.}
club [v]
sociëteit [v]
¿A qué club quieres unirte?
Van welke club wil je lid worden?
El club cuenta con treinta miembros.
De club heeft dertig leden.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¿A qué club quieres unirte?

Van welke club wil je lid worden?

Ese club es demasiado grande.

Die knuppel is veel te groot.

Cada miembro del club estaba presente.

Elk lid van de club was aanwezig.

El club cuenta con treinta miembros.

De club heeft dertig leden.

¿Es ese tu club de golf favorito?

Is dat jouw favoriete golf club?

Jill es la única chica en nuestro club.

Jill is het enige meisje in onze club.