Vertaling van color

Inhoud:

Spaans
Nederlands
color [m] (el ~) {zn.}
kleur 
¿Te gusta este color?
Vind je dit een mooie kleur?
El rojo es mi color favorito.
Mijn favoriete kleur is rood.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¿Te gusta este color?

Vind je dit een mooie kleur?

El rojo es mi color favorito.

Mijn favoriete kleur is rood.

El verde es mi color favorito.

Groen is mijn lievelingskleur.

El verde es mi color favorito.

Groen is mijn lievelingskleur.

¿De qué color es el coche que se compró?

Welke kleur heeft de auto die ze voor zichzelf gekocht heeft?

Las hojas han empezado a cambiar de color.

De blaadjes zijn begonnen van kleur te veranderen.

¿Sabes cuál es el color favorito de Tom?

Weet jij wat Toms lievelingskleur is?

Ellos se parecen en todo menos en el color del pelo.

Ze zien er hetzelfde uit, afgezien van de haarkleur.

¿De qué color es el anillo de más a la derecha en la bandera olímpica?

Welke kleur heeft de uiterst rechtse ring op de Olympische vlag?

¿De qué color y de qué marca es el coche del director?

Welk merk en kleur heeft de auto van de directeur?

Ella nació en la generación siguiente a la esclavitud; en una época en la que no había ni coches en las carreteras ni aviones en el cielo; en una época en la que alguien como ella no podía votar por dos razones: por ser mujer y por causa del color de su piel.

Ze werd slechts een generatie voorbij slavernij geboren; in een tijd toen er geen auto's op de weg reden en geen vliegtuigen in de lucht vlogen; toen iemand als zij om twee redenen niet mocht stemmen - omdat ze een vrouw was en door de kleur van haar huid.