Vertaling van compañero
Inhoud:
Spaans
Nederlands
compañero , camarada {zn.}
kornuit
makker
kameraad
partner
metgezel
maat
gezel
makker
kameraad
partner
metgezel
maat
gezel
colega , compañero {zn.}
collega
ambtgenoot
vakgenoot
ambtgenoot
vakgenoot
Tom es mi colega.
Tom is mijn collega.
Él es mi colega.
Hij is mijn collega.
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
Soy Paul, tu compañero de habitación.
Ik ben jouw kamergenoot Paul.
Soy Paul, tu compañero de piso.
Ik ben Paul, jouw flatgenoot.
Tom espió a su compañero de pieza.
Tom bespioneerde zijn kamergenoot.
Soy Paul, tu compañero de habitación.
Ik ben Paul, jouw kamergenoot.