Vertaling van componer

Inhoud:

Spaans
Nederlands
componer {ww.}
zetten 
componer {ww.}
samenstellen 
componeren
componer, conciliar, mediar {ww.}
rijmen
juntar, componer {ww.}
ineenzetten
samenstellen 
bijeenvoegen


Gerelateerd aan componer

conciliar - mediar - juntar