Vertaling van comprar
Voorbeelden in zinsverband
Quiero comprar.
Ik wil kopen.
Quería comprar aspirina.
Ik wil aspirine kopen.
Necesito comprar estampillas.
Ik moet postzegels kopen.
Quiero comprar un coche nuevo.
Ik wil een nieuwe auto kopen.
Voy a comprar uno nuevo.
Ik zal een nieuwe kopen.
¿Vas a comprar a menudo?
Ga je vaak winkelen?
Tengo que ir a comprar.
Ik moet gaan winkelen.
Desearía poder comprar esa guitarra.
Ik wou dat ik die gitaar kon kopen.
Quiero comprar una bicicleta nueva.
Ik wil een nieuwe fiets kopen.
Me gustaría comprar esta muñeca.
Ik zou deze pop graag kopen.
No todo se puede comprar con dinero.
Niet alles is voor geld te koop.
¿Puedes comprar uno para mí también?
Kan je er ook één voor mij kopen?
Si tuviera dinero lo podría comprar.
Als ik geld had, kon ik het kopen.
Quiero comprar unas botas de esquí.
Ik wil skischoenen kopen.
¿Por qué quieres comprar este libro?
Waarom wil je deze boek kopen?