Vertaling van con
Inhoud:
Spaans
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
¡Matalo con fuego!
Dood het met vuur!
Estoy enfadada con ella.
Ik ben boos op haar.
Planeo almorzar con él.
Ik ben van plan samen met hem te lunchen.
Conduzca con cuidado.
Rijd veilig!
¿Vives con tus padres?
Woont ge bij uw ouders?
¿Venís aquí con frecuencia?
Kom je hier vaak?
¿Con quién estabas hablando?
Met wie was je aan het praten?
Podéis contar con él.
Op hem kan je rekenen.
¡Cuidado con el perro!
Opgepast voor de hond!
Juego con él.
Ik speel met hem.
Lo pagaré con cheque.
Ik zal dat betalen met een cheque.
Agradeciéndole con anticipación.
Bij voorbaat dank.
Se cansa con facilidad.
Hij wordt snel moe.
Quédense aquí con nosotras.
Blijf hier bij ons.
Quédate con nosotros.
Blijf bij ons.