Vertaling van conejo

Inhoud:

Spaans
Nederlands
conejo [m] (el ~) {zn.}
konijn  [o]
Era un conejo malo.
Dat was een slecht konijn.
El conejo tiene orejas largas.
Een konijn heeft lange oren.
guardapolvos, coño [m] (el ~), concha [v] (la ~), conejo [m] (el ~), chumino {zn.}
vulva
kut [v]

Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Era un conejo malo.

Dat was een slecht konijn.

El conejo tiene orejas largas.

Een konijn heeft lange oren.

Tengo que preocuparme del conejo.

Ik moet voor het konijn zorgen.

El conejo está comiendo la zanahoria.

Het konijn eet de wortel.

—¿Qué pasa? —preguntó el pequeño conejo blanco.

"Wat is er?" vroeg het kleine witte konijn.

—¿Cuál es tu deseo? —preguntó el pequeño conejo blanco.

"Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.


Gerelateerd aan conejo

guardapolvos - coño - concha - chumino