Vertaling van confianza

Inhoud:

Spaans
Nederlands
confianza [v] (la ~) {zn.}
vertrouwen
Él abusó de mi confianza.
Hij heeft mijn vertrouwen misbruikt.
Perdí mi confianza en él.
Ik ben mijn vertrouwen in hem verloren.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Perdí mi confianza en él.

Ik ben mijn vertrouwen in hem verloren.

Él abusó de mi confianza.

Hij heeft mijn vertrouwen misbruikt.

Él no es de confianza.

Op hem kan niet gerekend worden.