Vertaling van costumbre

Inhoud:

Spaans
Nederlands
costumbre [v] (la ~), hábito [m] (el ~) {zn.}
gewoonte 
usance
gebruik [o]
Deberías hacerte el hábito de cepillarte los dientes después de cada comida.
Je zou er een gewoonte van moeten maken je tanden te poetsen na elke maaltijd.
costumbre [v] (la ~), uso [m] (el ~) {zn.}
gebruik [o]
zede
Yo uso Twitter.
Ik gebruik Twitter.
El viejo reloj aún sigue en uso.
Het oude uurwerk is nog in gebruik.


Gerelateerd aan costumbre

hábito - uso