Vertaling van crimen

Inhoud:

Spaans
Nederlands
crimen [m] (el ~) {zn.}
misdaad  [v]
misdrijf
Ha cometido un crimen.
Ze heeft een misdaad begaan.
Bill no cometió el crimen.
Bill heeft de misdaad niet begaan.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Ha cometido un crimen.

Ze heeft een misdaad begaan.

Bill no cometió el crimen.

Bill heeft de misdaad niet begaan.

El asesino confesó su crimen.

De moordenaar bekende zijn wandaad.