Vertaling van de paso

Inhoud:

Spaans
Nederlands
a propósito, de paso {bw.}
apropos
tussen haakjes
de pasada, de paso {bw.}
in het voorbijgaan
terloops 
vluchtig
alargar, entregar, llegar, pasar {ww.}
doorbrengen
verdrijven
aanreiken 
aangeven 

yo paso
él/ella pasó

ik breng door
hij/zij/het bracht door
» meer vervoegingen van doorbrengen

No quería pasar más tiempo con Tom.
Ik wilde niet nog meer tijd doorbrengen met Tom.
pasar, transcurrir {ww.}
verstrijken
verlopen
vergaan
overgaan
overdrijven
omkomen 

yo paso
él/ella pasó

ik verstrijk
hij/zij/het verstreek
» meer vervoegingen van verstrijken

pasar {ww.}
doorlaten

yo paso
él/ella pasó

ik laat door
hij/zij/het liet door
» meer vervoegingen van doorlaten

pasar {ww.}
doorlaten

yo paso
él/ella pasó

ik laat door
hij/zij/het liet door
» meer vervoegingen van doorlaten

aprobar, triunfar, pasar {ww.}
slagen 
halen

yo paso
él/ella pasó

ik slaag
hij/zij/het slaagde
» meer vervoegingen van slagen

Él quería triunfar.
Hij wilde slagen.
Él quería triunfar aún a costas de su salud.
Hij wou slagen, zelfs ten koste van zijn gezondheid.


Gerelateerd aan de paso

a propósito - de pasada - alargar - entregar - llegar - pasar - transcurrir - aprobar - triunfar