Vertaling van deseo

Inhoud:

Spaans
Nederlands
deseo [m] (el ~) {zn.}
begerigheid [v]
begeerte  [v]
deseo [m] (el ~) {zn.}
wens
verlangen
zin  [m]
lust
zucht [v]
begeerte  [v]
Solo tengo un deseo.
Ik heb maar een wens.
Su deseo finalmente se cumplió.
Zijn wens werd uiteindelijk vervuld.
desear {ww.}
wensen 
verlangen
trek hebben in
verkiezen
begeren 

yo deseo
él/ella deseó

ik wens
hij/zij/het wenste
» meer vervoegingen van wensen

Este resultado deja mucho que desear.
Dit resultaat laat veel te wensen over.
desear {ww.}
snakken naar
smachten naar
hunkeren
smachten
haken naar

yo deseo
él/ella deseó

ik hunker
hij/zij/het hunkerde
» meer vervoegingen van hunkeren

aspirar, desear {ww.}
aspireren
streven naar
nastreven
najagen
dingen naar
ambiëren

yo deseo
él/ella deseó

ik aspireer
hij/zij/het aspireerde
» meer vervoegingen van aspireren



Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Solo tengo un deseo.

Ik heb maar een wens.

No confundas deseo con amor.

Verwar verlangen niet met liefde.

Deseo ver a mi padre.

Ik zou mijn vader willen zien.

Le deseo un buen viaje.

Ik wens u een goede reis.

Su deseo finalmente se cumplió.

Zijn wens werd uiteindelijk vervuld.

Deseo que pare la lluvia.

Ik wou dat de regen ophield.

Le deseo una buena noche.

Ik wens haar een goede nacht.

Yo deseo tiempo en lugar de dinero.

Ik wil tijd in plaats van geld.

Deseo que se acabe este trabajo.

Ik wou dat dit werk voorbij was.

Lo que deseo es conquistar esta montaña.

Mijn wens is om deze berg te bedwingen.

Hay alguien con quien deseo hablar primero.

Er is iemand met wie ik eerst wil praten.

Su deseo es ir a América.

Hij wil naar Amerika gaan.

Le deseo buena suerte en el examen.

Ik wens u veel geluk op het examen.

Este día se ha cumplido mi deseo más grande.

Deze dag werd mijn liefste wens vervuld.

—¿Cuál es tu deseo? —preguntó el pequeño conejo blanco.

"Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.


Gerelateerd aan deseo

desear - aspirar