Vertaling van destino

Inhoud:

Spaans
Nederlands
destino [m] (el ~) {zn.}
lot
bestemming  [v]
voorland
lotsbestemming [v]
Hoy tengo una cita con el destino.
Ik heb vandaag een afspraak met het lot.
Es el destino del hombre sufrir.
Het is het lot van de mens om te lijden.
hado, destino [m] (el ~) {zn.}
lot
noodlot
suerte [v] (la ~), destino [m] (el ~) {zn.}
lot
levenslot
fortuin [o]
Feliz es el hombre que está contento con su suerte.
Gelukkig is hij die tevreden is met zijn lot.
asignar, destinar {ww.}
voor het gerecht dagen
toewijzen

yo destino
él/ella destinó

ik wijs toe
hij/zij/het wees toe
» meer vervoegingen van toewijzen

destinar {ww.}
uittrekken
bestemmen

yo destino
él/ella destinó

ik trek uit
hij/zij/het trok uit
» meer vervoegingen van uittrekken



Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Hoy tengo una cita con el destino.

Ik heb vandaag een afspraak met het lot.

Es el destino del hombre sufrir.

De mens is voorbestemd tot lijden.

Es el destino del hombre sufrir.

Het is het lot van de mens om te lijden.

El viajero llegó al fin a su destino.

De reiziger bereikte uiteindelijk zijn bestemming.


Gerelateerd aan destino

hado - suerte - asignar - destinar