Vertaling van diario

Inhoud:

Spaans
Nederlands
diario [m] (el ~) {zn.}
dagboek  [o]
journaal 
Tom escribe un diario.
Tom houdt een dagboek bij.
Todos los días escribo en mi diario.
Ik schrijf dagelijks in mijn dagboek.
diario [m] (el ~), periódico [m] (el ~) {zn.}
dagblad [o]
de todos los días, diario, adocenado, cotidiano {bn.}
daags 
alledaags 
dagelijks 


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tom escribe un diario.

Tom houdt een dagboek bij.

Todos los días escribo en mi diario.

Ik schrijf dagelijks in mijn dagboek.

Mucha gente buena muere a diario.

Er sterven dagelijks veel goede mensen.

¿Ya escribiste en tu diario hoy?

Heb je vandaag al in je dagboek geschreven?


Gerelateerd aan diario

periódico - de todos los días - adocenado - cotidiano