Vertaling van dije

Inhoud:

Spaans
Nederlands
dije [m] (el ~) {zn.}
breloque
hangertje [o]
decir {ww.}
zeggen 
opgeven

yo dije

ik zei
» meer vervoegingen van zeggen

¿Te puedo decir algo?
Mag ik iets zeggen?
¿Cómo osáis decir eso?
Hoe durf je zoiets zeggen?


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¡Nunca dije eso!

Dat heb ik nooit gezegd!

¡Te lo dije!

Ik zei het je toch!

Nunca dije eso.

Dat heb ik nooit gezegd.

Te dije que no funcionaría.

Ik zei je toch dat het niet zou lukken.

¿Por qué insistís? ¡Ya dije que no!

Waarom dring je aan? Ik heb reeds 'neen' gezegd!

Les dije que me enviaran otro ticket.

Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.

Me dije: «Esa es una buena idea.»

Ik zei tegen mezelf: dat is een goed idee.

¿Comprendiste lo que dije?

Heb je begrepen wat ik zei?

Le dije a ella que eres una buena chica.

Ik vertelde haar dat je een aardig meisje bent.

Le dije qué hacer pero no quiso escuchar.

Ik zei hem wat te doen maar hij wou niet luisteren.

Le dije que no soltara la cuerda, pero la soltó.

Ik zei haar het touw niet los te laten, maar dat deed ze wel.

Nunca le dije a nadie al respecto, lo juro.

Ik zweer dat ik daar nooit iemand over verteld heb.

Te dije que vinieras siempre que te venga bien.

Ik heb je gezegd dat je mag komen wanneer het je maar uitkomt.

¿Has pensado más acerca de lo que te dije?

Heb je er nog over nagedacht over wat ik je verteld heb?

No le dije la verdad por miedo a que se enojara.

Ik heb hem niet de waarheid verteld, omdat ik bang was dat hij boos zou worden.


Gerelateerd aan dije

decir